Gaijin 外人

by Mickey

shibuya-2


Het eerste waar ik op wachtte in Japan (na de taxi) was een cultuurshock, en het liefst een grote. Lost in translation, Bill Murray die zich geen raad weet, grote gebouwen zien vanuit een taxiraam met open mond. In complete paniek door de mensenmenigte wurmen op de wereldberoemde Shibuya Crossing leek me een plausibel plan, waarvan geen akte. Cultuurshocks in een overwegend westers aandoend Aziatisch land als Japan zijn subtiel en bekruipen je zonder dat je er erg in hebt. De shock is erachter komen dat je binnen twee dagen al zo gewend bent aan vreemde manieren dat je angstig wordt bij het idee dat je ooit weer terug gaat naar Nederland.
 
img_1887


In Nederland rijden we rechts, en halen we links in. In Japan rijdt men links en haalt rechts in. Dit beperkt zich echter niet tot de wegen, maar vindt overal plaats: op de stoep, in de supermarkt en op elke trap en roltrap. Voor een station waar dagelijks rond de tweeënhalf miljoen passagiers in- of uitstappen en rondwandelen verloopt het geheel in Shibuya Station wonderbaarlijk soepel. Mensenmassa’s organiseren zich onwaarschijnlijk vlot in nette rijen voor de deur van de trein, en de gehaaste zakenmannen, speelse tieners en bezorgde moeders lopen bijna in het gelid de trein uit om allemaal netjes aan de linkerzijde van de roltrap te gaan staan. De westerling is een vrijwel onbekend fenomeen , en de westerling heeft altijd haast. In een rap tempo begaf ik mij vanmorgen over de rechterkant van de roltrap naar boven, twee treden tegelijk. Het was als Mozes en de zee.
 
Above the crossing


Het complete leven in Japan lijkt doortrokken van deze mate van organisatie. Wat in het eerste opzicht lijkt op een mierenhoop blijkt bij nader inzien een strak gereguleerde samenleving waarin uit de pas lopen een faux pas is. Het kostte Japan minder dan 48 uur om mij in het gelid te krijgen, zonder enige vorm van dwang, en zonder enige mate van opzet door mijzelf. Ik kwam, ik zag en werd overwonnen.

Over twee maanden ben ik weer terug in Amsterdam, en dat idee jaagt mij de afgelopen twee dagen angst aan. Ik wil in winkels niet langer afgesnauwd worden, als ik de metro uitstap wil ik netjes het station uit kunnen lopen, en als het stoplicht rood is, dan is het rood en sta je stil. Ook al sta je op een landweggetje en is de enige auto van het dorp een half uur geleden al voorbij gekomen. De orde is niet alleen noodzakelijk om een van de meest druk bevolkte streken van de wereld leefbaar te houden, de orde maakt het leven ook fijner. Als je je geen zorgen meer hoeft te maken om zakkenrollers, spookrijders of onder de voet gelopen te worden, geniet je des te meer.

Voor de Japanners ben ik, ondanks mijn aanpassing, nog steeds een gaijin, een buitenlander. Maar ik vrees dat ik mij dat straks meer in Nederland zal voelen. Tot ik zelf weer een keer door rood rij.
 
img_1886


Deel!