3 mei 2014

by Mickey

Mijn wekker gaat zelden om vijf uur. Integendeel, ik ga vaker naar bed rond vijf uur dan dat ik rond die tijd opsta. Een vlucht naar Japan verandert de zaak. Ondanks het gebrek aan slaap bleek ik verbazingwekkend fris vanmorgen. Ik moet bekennen dat het bakken van ei met spek voordat de zon goed en wel was opgekomen op een zaterdag toch een beetje een vreemde gewaarwording was, en ook smerig. De geur die het klassieke krachtontbijt (menig kater mee overwonnen) vanochtend door het huis verspreidde was er een van verbrand lijk, een opmerking die huisgenoot F al vaker maakte als ik vrolijk in een pan anti-brak stond te roeren.

Dankzij een zorgvuldige planning (een post-it met de vertrektijden van de eerste metro en trein, en een op tijd ingepakte koffer) stond ik al om kwart over zes te koukleumen op het metrostation. Voor het eerst in weken reed het openbaar vervoer mij zonder enige problemen naar mijn bestemming: Schiphol. Een plek vol ongekende mogelijkheden, wanneer de liquide middelen daartoe beschikbaar zijn, en een plek van afscheid. Met een zoen, en een knuffel, en nog een paar zoenen en knuffels zei ik D vaarwel, die mij (onder lichte dwang) kwam uitzwaaien. En dan door die eeuwige molen van bagage, paspoort, röntgen apparaten en felgekleurde taxfreeshops een weg zoeken naar de gate. Ook hier weer veel te vroeg aangekomen restte mij weinig anders dan een boek open te slaan. De uitvinding van Japan, daar schrijft Buruma over. Beter leesbaar dan Een geschiedenis van Japan, maar uiteindelijk net zo onbegrijpelijk. Wat een raar land voor een simpele westerling als ik. De taal, de mensen, de cultuur, niet te vatten. Kijken of twee maanden onderdompeling daar verandering in kunnen brengen.

Deel!